Bij mij thuis werd er niet gedronken
Leuk werkwoord, "drinken". In het algemeen wordt er het nuttigen van alcohol mee bedoeld. “Ik drink” betekent bijvoorbeeld nooit “Ik drink melk”, haha
Mijn sportieve vader dronk hoogstens op een verjaardag een bruin biertje, dat in het algemeen als een “vrouwenbiertje” werd beschouwd. Dat gebeurde dus hoogstens twee maal per jaar. Ik kan me geen beeld voorstellen van mijn vader in de kroeg met een pilsje.
Overigens heb ik dat vroeger wel eens gemist. Er was een tijd, dat ik oudere mannen opzocht in het café, omdat ik voor het eerst gesprekken met volwassenen wilde voeren. Misschien was dat in mijn jaren “des onderscheids” :-) Als twintiger ging ik het leven steeds meer vanuit het perspectief van mijn ouders bekijken. Maar ik loop vooruit op de zaken…
Mijn moeder dronk niets, maar als mijn ouders terugkwamen van hun jaarlijkse busreis naar het gezellige Oostenrijk, dan nam mijn moeder wel eens een wit wijntje bij het eten. Frivool riep ze dan : “Hebben we geen lekker drankje bij de kip”? Dat duurde een paar weken en dan was ze het weer vergeten
Ik kom dus uit een nuchter nest
Als puber hield ik hele redevoeringen in mijn hoofd, in mijn bed. Jammer, dacht ik dan heel ijdel; jammer, dat niemand ooit deze prachtige teksten zal horen.
Totdat…ik bij een afscheidsborreltje met collega’s in café Hof van Holland de vanzelfsprekende vraag kreeg : “Willem biertje”? Terwijl ik nog nooit nagedacht had over alcohol, zei ik zo gewoon mogelijk langs mijn neus weg : “Ja, lekker”…Je bent 17, verlegen en wat weet je van het leven?
Het tweede en laatste biertje sloeg ik ook niet af en toen ik de treden van het kleine trapje van het huidige restaurant Floris afliep, voelde ik voor het eerst de betoverende werking van bier!
Ik herinner me, dat ik in de Hellingstraat liep en de hele wereld ineens een stuk mooier vond. Later leerde ik, dat er veel mensen zijn, die hun eerste biertje niet lekker vinden en de tijdelijk veranderde werking van hun hersenen niet meteen kunnen waarderen. Nou, ik wel!
Eigenlijk voelde ik meteen al, dat het niet uitmaakt hoeveel je gedronken hebt. Wanneer je aangeschoten bent, moet je stoppen om het, in ieder geval voor een ander, leuk te houden. Maar als ik eerlijk ben, heb ik die kennis nooit in praktijk kunnen brengen…
Mijn vrienden gingen al jarenlang naar de POC in Weesp om te drinken en om naar meisjes en popgroepen te kijken. Dat wilde ik ook. Met „biermoed” durfde ik eindelijk naar binnen en was ik niet meer bang om weer door Weespers in elkaar gemept te worden, zoals jaren daarvoor. En ik sloeg gelijk door. Ik werd elk weekend dronken tot groot verdriet van mijn toenmalige vriendin, die mij onder curatele stelde. Willem “onder de plak” mocht niet meer stappen van haar. Dit duurde ongeveer een jaar en nadat ik mijn relatie (niet alleen om die reden ;-) uitgemaakt had, was de beer voorgoed los.
Letterlijk en figuurlijk.
Vanaf dat moment kon ik al mijn “redevoeringen” in levende lijve tegen mijn vrienden houden. De verlegenheid voorbij, had ik nu het hoogste woord. Leve de drank :-)
Op de PhilipsSchool al (1973) kreeg ik de opdracht om een werkstuk te schrijven over alcoholisme. Ik had me behoorlijk misdragen op het schoolkamp en voorgoed naam gemaakt. Het was in die tijd, dat ik voor het eerst het begrip “escalatie” leerde kennen. Ik was dus al vroeg gewaarschuwd
Ik kan nu bogen op bijna 40 jaar kroegtijgerschap. Niet een verdienste, waar je een lintje voor kunt krijgen, ben ik bang, haha, jammer
Op mijn 20e ging ik ook nog roken en sindsdien ben ik een liefhebber van goede gesprekken en ontmoetingen in het café, met veel bier en veel sigaretten. En ik vind de wereld op dat moment nog steeds een stuk mooier. Heerlijk
Maar nu ik ouder ben is deze levenswijze niet meer vanzelfsprekend…
…wordt vervolgd,
Uitspraak van Simon Carmiggelt ;-) |
---|
Willem Kroon, 15 februari, 2011
Een goeie vriend van me, die liever anoniem reageert :
BeantwoordenVerwijderenOok je 'Melk'-stukje nu gelezen. Ik snap dat nuchtere zelfverzekerheid niet voor iedereen is weggelegd.
Toch was ik ook verlegen, onzeker, ongemakkelijk met vrouwelijk schoon (zoals iedere puber en regelmatig ben ik dat nog) maar ik heb het allemaal zonder drank weten op te lossen.
Ik heb Simon Carmiggelt hoog staan, maar ik denk dat ik ook weet waarom ik gelijk heb. Haha.
Anoniem